· 

Waarom je 'Forming-Storming-Norming...' niet moet gebruiken

In mijn nieuwe boek De groepscode - Zó werk je met groepen! deel ik nieuwe inzichten op het gebied van groepsdynamiek voor PO en VO. Eén van de inzichten die ik deel is dat het fasemodel van Bruce Tuckman niet bruikbaar is (ook volgens Tuckman zelf niet). Ook ik heb het model gebruikt, bijvoorbeeld in Grip op de groep. In dit blog leg ik uit waarom Tuckmans' model niet bruikbaar is. De alternatieven: het Zes-fasen-model van Jan Remmerswaal en een doorgaande lijn in de hele school.

 

 

Bruce Tuckman (1938-2016) was een Amerikaans psychologisch onderzoeker. Hij deed onderzoek naar groepsprocessen. Dit onderzoek publiceerde hij in 1965. Hij onderscheidde vier fases in de ontwikkeling van de groep: Forming, Storming, Norming en Performing. In 1977 voegde hij daar Adjourning aan toe (ook wel Termination genoemd).  De theorie is terug te vinden in veel boeken, onder andere in mijn eigen boek Grip op de groep

 

Niet algemeen toepasbaar

Als je het artikel leest waarin Tuckman zijn onderzoek beschrijft, is duidelijk dat hij het model heeft ontwikkeld om te kunnen onderzoeken. Hij schrijft niet dat het een model is dat je in de praktijk moet gebruiken: The model of development stages presented below is not suggested for primary use as an organizational vehicle, although it serves that function here.

Tuckman baseerde zijn model op publicaties over groepsontwikkeling. In deze publicaties kwamen ook niet altijd alle fasen voor en de publicaties waren met name gebaseerd op onderzoek naar groepen met antisociale individuen en therapiegroepen. 

In een artikel in Leiderschap & Management schrijft Peter Markensteijn dat dit al aangeeft dat het model niet universeel op alle groepen van toepassing is. In het artikel gaat Markensteijn nog verder in op kanttekeningen die je kunt zetten bij het algemeen toepassen van het model van Tuckman. Ook beschrijft hij de inzichten die bij Tuckman hebben geleid tot het toevoegen van een vijfde fase.

 

Tuckman was wrong

Het is belangrijk je te realiseren dat het model nooit wetenschappelijk is bewezen. In het artikel Tuckman was wrong schrijft Doc Norton dat er vele wetenschappelijke studies zijn gedaan om Tuckmans' model te bewijzen. Hij schrijft: All instances of a scientifically executed peer reviewed study failed to prove Tuckman's Theory and several of them conclusively disproved it. 

 

Volgens Bruce Tuckman zelf is het model niet zomaar toe te passen op groepen, zeker niet de wat grotere groepen. Dit laatste viel mij in de onderwijspraktijk ook op in klassen. Klassen zijn over het algemeen groter dan bijvoorbeeld therapiegroepen.

Markensteijn beschrijft in zijn artikel dat het model van Tuckman door projectleiders niet wordt gebruikt als onderzoeksmodel maar als deel van de gereedschapskist waarbij alle fases moeten worden doorlopen. Dit is ook iets wat ik in ons onderwijs zie terugkomen: het gebruik van het model als een fasering die je zo moet doorlopen. 

 

De praktijk van het onderwijs

Het lezen van, werken met en denken in het model van Tuckman maakt dat het een mentaal model is geworden waar we moeilijk vanaf komen. Toch is het belangrijk om Tuckmans' model in perspectief te gaan zien en niet als een op iedere praktijk toepasbaar model. 

Zelf ging ik steeds meer vraagtekens zetten bij het model van Tuckman. In de vele groepsinterventies, coachingstrajecten en scholen die ik geleid heb in de afgelopen 15 jaar, zag ik de fases niet altijd of zelfs helemaal niet terug. Dat snap ik nu. Ik heb afscheid genomen van Tuckmans' model als algemeen toepasbaar model. 

 

Zesfasenmodel van Remmerswaal

In mijn zoektocht naar een model waar we in het onderwijs meer aan hebben, stuitte ik op het Zesfasenmodel van sociaal psycholoog Jan Remmerswaal. Remmerswaal heeft drie bestaande modellen (van Lewin, Tuckman en Schutz) met elkaar vergeleken. Hij zag dat ze verschillende accenten leggen in een vergelijkbaar ontwikkelingsproces. Hij heeft die verschillende accenten opgenomen in zijn model. Remmerswaal beschrijft zijn model op een lineaire wijze, maar geeft aan dat de fasen flexibel gehanteerd kunnen worden. 

Het model zie ik als helpend om inzicht te krijgen in groepsprocessen. Het model heb ik vertaald naar het onderwijs (primair- en voortgezet onderwijs). Een voorbeeld van een verschil met Tuckman is de Voorfase. In deze fase bereid je je voor op de groep. Een logische fase en ook een fase waarmee je problemen later kunt voorkomen. 

In De groepscode - Zó werk je met groepen! vind je niet alleen een korte omschrijving van het model, maar ook de vertaling naar de onderwijspraktijk (onder andere met casuïstiek). 

 

Begin met de hele school

In de onderwijspraktijk kwam ik vaak tegen dat er scholen zijn waar helemaal geen groepsvorming nodig is. Dat klopt. Een groep doorloopt dan wel in de eerste weken fases van groepsvorming, maar de mate waarin dit proces optreedt, blijkt echter afhankelijk te zijn van een aantal factoren:

1. Veranderende samenstelling van de groep

Hoe groter de verandering in de samenstelling van de groep, hoe sterker het groepsvormende proces optreedt.

2. Ontwikkelingsfase waarin de leerlingen zitten

Hoe jonger de leerlingen, hoe groter de directe invloed van de leraar op de vorming van de normen en het groepsvormende proces.

Hoe ouder de leerlingen, hoe minder intens de groepsvorming.

3. De leraar

Hoe duidelijker de leraar normen communiceert in woord en daad, hoe minder intens het proces van groepsvorming.

4. De school(cultuur)

Hoe duidelijker de normen binnen de hele school, hoe minder intens de groepsvormende processen.

Hoe professioneler de leraar en de school als geheel, hoe minder intens de groepsvormende processen verlopen.

In De groepscode werk ik deze factoren uit. Vooral de laatste factor is cruciaal. Als je een doorgaande lijn weet vorm te geven in je hele school, krijg je socialisatie. Nieuwe leerlingen en nieuwe collega's nemen de normen over. Duidelijke normen creëren een veilige omgeving. 

 

Conclusie

Begin eens met de hele school: versterk de doorgaande lijn in de school, communiceer als leerkracht duidelijk in woord en daad en hou rekening met de ontwikkelingsfase waar jouw leerlingen in zitten. 

Om inzicht te krijgen in het proces van groepsvorming kun je het Zesfasenmodel van Remmerswaal gebruiken. Dit model combineert verschillende inzichten. Laat het model van Tuckman los als algemeen toepasbaar model. 

 

Wil je meer lezen over in de (onderwijs)praktijk toepasbare inzichten in groepsdynamiek? Koop dan 'De groepscode - Zó werk je met groepen!' met een voorwoord van Kees van Overveld.

 

Remmerswaal, J. (2013). Handboek groepsdynamica (11e herziene druk). Amsterdam: Boom.

Van Engelen, R.V. (2014). Grip op de groep (3e herziene druk). Amersfoort: ThiemeMeulenhoff. 

Van Engelen, R.V. (2023). De groepscode - Zó werk je met groepen. Huizen: uitgeverij PICA.