· 

Groepsvorming tijdens afstandsonderwijs Coronacrisis

De kinderen krijgen afstandsonderwijs tijdens deze Coronacrisis. Wat verandert er nu in de groepsdynamiek?  Hoe zorg je er voor dat het een groep blijft?

 

De kinderen zitten nu een tijd thuis. In mijn vorige blog schreef ik dat je na de crisis niet zomaar weer kunt doorgaan. Het groepsvormende proces start dan weer opnieuw. Dat riep ook de vraag op bij lezers wat je kunt doen om tijdens de crisis de positieve groepsvorming op gang te houden. Daar ga ik hier op in. Aan het einde vraag ik aandacht voor een aantal belangrijke aan de groepsdynamiek verwante zaken. Ik heb links opgenomen naar werk van collega deskundigen.

 

De groep op afstand

Kenmerken van een groep hebben betrekking op drie zaken: relaties, rollen en groepsnormen. Deze krijgen een andere dynamiek op het moment dat de groep niet fysiek bij elkaar is. Zo zal de hiërarchie kunnen veranderen. Fysieke kracht, lichaamslengte: ze boeten in aan belang. De sociale cohesie wordt losser omdat de groep niet meer bij elkaar komt of minder frequent. En als de groep bij elkaar komt, is dit in een videochat.

Wat niet verandert, is de rol van ontwikkelingsfase van het kind. Bij jonge kinderen in de egocentrische ontwikkelingsfase is de rol van de groep van minder grote invloed (en dus ook het onderhouden van de sociale cohesie in de groep tijdens deze crisis) dan de ontwikkelingsfases die daarop volgen (met name groep 5 t/m de onderbouw van het Voortgezet Onderwijs).

 

Rol van subgroepen wordt groter

In verschillende situaties wordt de rol van subgroepen groter. Bijvoorbeeld als er een dominant negatief groepje actief is. Als een soort verdedigingsmechanisme zoeken kinderen (en volwassenen) dan veiligheid in een eigen subgroepje met positieve normen. Wat precies de nieuwe rol wordt van subgroepen tijdens deze crisis laat zich moeilijk voorspellen. Toch durf ik wel te stellen dat het belang en de rol van de subgroepen groter worden op dit moment. Daar heb ik de volgende argumenten voor.

  1. Een deel van de kinderen komt WEL naar school omdat de ouder(s) een vitaal beroep hebben of een medische indicatie. Ik zie dat het veelal eenzelfde groepje kinderen is dat op school wordt opgevangen. Van collega-directeuren krijg ik dezelfde signalen. Dit zijn formeel gevormde subgroepen waarbij de kinderen elkaar dus niet hebben uitgekozen.
  2. Kinderen zoeken elkaar online of fysiek op. Hierbij vormen zich kleine groepjes van 2 of meer kinderen. Dit zijn informeel gevormde subgroepen waarbij de kinderen voor elkaar kiezen. Hier kunnen we gaan zien dat er buitengesloten gaat worden of deze informele subgroepen een keuze uit veiligheid zijn. De meeste informeel gevormde subgroepen zullen zijn ontstaan uit de behoefte aan vriendschap, samen iets doen, sociaal contact. Ouders kunnen een grote invloed hebben op de vorming van deze informeel gevormde subgroepen.
  3. Kinderen komen in subgroepen bij elkaar tijdens videocalls. Leerkrachten groeperen kinderen om niet met 30 kinderen tegelijk op de chat te zitten. Dit zijn ook veelal formele subgroepen: de leerkracht stelt ze samen. Je kunt hierbij denken aan op basis van de onderwijsbehoefte samengestelde subgroepen die op school ook al een aparte instructiegroep vormden.

Het verschil: op school waren deze subgroepen vaak fysiek aanwezig in de totale groep. Dat is nu niet meer het geval. In het versterken van de positieve groepsdynamiek, de sociale cohesie is het van groot belang je dit als leerkracht te beseffen. Je moet dus zorgen dat de leden van de subgroepen zich ten eerste als lid van de totale groep blijven zien. Daarnaast moet je oog hebben voor de kinderen die buitengesloten worden. Ook het ontstaan van parallelle werelden is een risico.

 

Buitensluiten in de positieve groep

Op het schoolplein en in het klaslokaal wordt buitensluiten pijnlijk zichtbaar. In positieve groepen zorgt dit ervoor dat er groepsleden zijn die zich dit aantrekken en deze kinderen weer in de groep betrekken. Voor leerkrachten zijn deze kinderen in die situatie ook heel zichtbaar en kunnen zij zorgen voor veiligheid en dat deze kinderen zich bijvoorbeeld meer sociale vaardigheden eigen maken en zich zo beter in de groep kunnen bewegen. Nu zijn deze kinderen voor zowel de leerkracht als de andere groepsleden minder zichtbaar. Zorg dat je als leerkracht in beeld krijgt welke kinderen buiten gesloten worden en betrek ze bij de groep.

Als leerkracht heb je hier de mogelijkheid om deze kinderen bewust in een voor hen prettig groepje te plaatsen tijdens videochats. Als leerkracht stel je immers zelf deze formele groepjes samen. 

Probeer deze kinderen te koppelen aan andere kinderen als het gaat om informele groepjes. Dat kan door bijvoorbeeld gezamenlijke activiteiten voor te stellen. Bedenk hierbij dat het hier nu gaat over de positieve groep. 

 

De kenmerken van een positieve groep (uit Grip op de groep):

  • De groepsleden zijn eensgezind en gemotiveerd om groepsdoelen te halen.
  • Groepsleden voelen zich medeverantwoordelijk voor de groep en uiten dit ook.
  • De groepsleden tonen respect voor de mening en het karakter van een ander groepslid.
  • Groepsleden zijn bereid tot samenwerking.

Met name bij het tweede kenmerk zie je dat deze verantwoordelijkheid naar elkaar ook gevoeld wordt. Het hierop wijzen en het bewust sturen is dan vaak al voldoende om de connectie te maken. Dit werkt niet of onvoldoende bij kinderen die zichzelf buitensluiten door deviant gedrag. Hoe je daarmee om kan gaan, is te lezen in paragraaf 5.6 van Grip op de groep

 

 

Buitensluiten en cyberpesten in de negatieve groep

In een negatieve groep is de situatie uiteraard anders. Kinderen voelen zich in een negatieve groep onveilig. Omdat ze nu niet meer fysiek bij elkaar zijn, kunnen ze de kinderen waarbij ze zich onveilig voelen ontwijken. Er zullen zeker ook nog meelopers zijn die proberen bij een negatieve leider in het gevlei te komen. Echter omdat er geen fysieke situaties meer zijn, kan zo'n negatieve leider (dictator) moeilijk zijn macht uitoefenen. Dat kan wel door middel van sociale media als WhatsApp, TikTok, Facebook en Instagram. Wat de dictator daarbij nodig heeft is dat anderen het zien. Hij of zij heeft medestanders nodig, exposure is belangrijk voor het bestendigen van de positie in de hiërarchie.  Tijdens deze crisis is het belangrijk om in een negatieve groep, positieve subgroepen te versterken en de negatieve normen geen ruimte te bieden.

Als leerkracht stel je heel bewust de formele groepjes samen voor de videochats. Omdat de negatieve leider zich normaal bedient van veel (voor de leerkracht vaak onzichtbare) non-verbale communicatie, heeft de leerkracht in deze situatie veel meer zicht en controle daarop. Tijdens de videochat kun je je vooral richten op het werk en positieve normen benadrukken en laten benadrukken. 

Geef als leerkracht aan bij de leerlingen en de ouders dat je bij de informele groepjes, alleen omgaat met degenen bij wie je je fijn voelt. Laat ouders regelmatig meekijken en lezen bij chats. Laat kinderen die cyberpesten direct door ouders blokkeren en laat het melden bij de leerkracht. Als leerkracht kun je dan actie ondernemen op de bij de schoolafspraken passende manier. Er zijn hierbij culturele verschillen. Er zijn (jeugd)culturen die dit 'elkaar verlinken'  niet toestaan. Probeer met andere teamgenoten te kijken wat de aanpak is, die het meest effectief is bij de doelgroep van de school.

 

De kenmerken van een negatieve groep (uit Grip op de groep):

  • Er is een continue strijd om het doel. Harmonie ontbreekt.
  • Groepsleden tonen zich niet medeverantwoordelijk voor de groep.
  • Groepsleden tonen geen respect voor de mening en het karakter van andere groepsleden.
  • Bepaalde rollen ontbreken.

Wat in deze crisis kan worden gedaan is zorgen dat het eerste kenmerk geen ruimte krijgt. Geen strijd. Binnen de (in)formele subgroepen kan er ruimte komen om zich medeverantwoordelijk te gaan tonen voor de subgroepleden. Ook kan er daar ruimte gaan komen voor het tonen van respect voor de mening en het karakter van de andere subgroepleden. 

 

 

Stel normen, wees duidelijk

Vier waarden en normen die je kunt nastreven (uit Grip op de groep):

  1. Iedereen voelt zich veilig in de groep.
  2. We respecteren elkaar.
  3. We communiceren positief met elkaar.
  4. We werken samen en helpen elkaar.

Je kunt als leerkracht met je groep (positief of negatief) normen stellen die op deze vier zijn gebaseerd. Omdat de communicatie veel gereguleerder verloopt, de rol van non-verbale communicatie kleiner is en de communicatiemomenten drastisch zijn teruggelopen, zijn normen beter te handhaven in de formele samenkomsten. 

Maak een lijst met normen die aansluit bij de normen van de school en die aansluit bij de normen die al in de klas werden nagestreefd. Het is niet handig om weer totaal andere normen te stellen. Herkenbare, ingesleten normen bieden veiligheid. Dit geldt uiteraard niet voor negatieve normen. Geef aan bijvoorbeeld hoe je de beurt kunt vragen tijdens een videochat, dat je geen lelijke woorden gebruikt, enzovoort. 

 

Het is van groot belang dat je als leerkracht het goede voorbeeld geeft. De leerkracht heeft de sleutel. Meer over de rol van de leerkracht is te vinden in hoofdstuk 5 van Bouwen aan je groep.

Je kunt de normen ook stellen door bijvoorbeeld online 'Het Skateboardsyndicaat' voor te lezen. Dit is vooral geschikt voor 10 t/m 13 jarigen. Bij ieder hoofdstuk is een nabespreking met de (sub)groep aanwezig. Het boekje kun je hier bestellen. De oefeningen per hoofdstuk vind je hier

 

 

Versterken van de sociale cohesie van de hele groep

In deze tijd waarbij de groep niet meer fysiek bij elkaar komt, is het belangrijk activiteiten in te zetten om de sociale cohesie van de hele groep te versterken. Basaal kun je stellen dat alle activiteiten waar er doelen worden gesteld die alleen maar bereikt kunnen worden als de hele groep meedoet, de cohesie versterken (Sherif & Sherif). Vermijd competitie waarbij er een winnaar en verliezer is.

 

Hoe doe je dat? Er zijn op het internet inmiddels al veel suggesties te vinden. Ik geef hier ook een lijstje (met dank ook aan Boaz Bijleveld).

  • Speel online games waarbij er samen gebouwd wordt aan iets. Mindcraft is een prima optie. In de groep zitten altijd fanatieke gamers, geef die een rol bij het organiseren van het online spelen. Hou altijd in de gaten dat je de spellen ook vindt passen in de normen van de school.
  • Beweegspelletjes tegelijk met elkaar uitvoeren.
  • Placematopdrachten.
  • Doorgeefopdrachten.
  • Uit Grip op de groep (daar zijn de beschrijvingen van de oefeningen te vinden, aan te passen naar de online situatie van nu) - het opdrachtnummer staat er achter: 
    • Laat kinderen Dit ben ik-bladen en/of paspoorten maken en digitaal delen (3).
    • Maak een groepsproduct waarbij alle kinderen een deel aanleveren (6).
    • Presenteer de klas digitaal, bijvoorbeeld door ieder kind een stukje film of een foto te laten maken (11). Let hierbij uiteraard op de privacy (AVG).
    • Maak een groepsverhaal, een doorschrijf- of doorgeefverhaal (13).
    • Laat elkaar zien wat je voelt, doe een spel met emoties raden (15).
    • Schrijf complimenten aan elkaar (23/24).
    • Geef complimenten aan elkaar door - Rondo Positivo (25).
    • Laat ze online een woordveld of mindmap vullen met elkaar (29/30).
    • Laat ze een eigen land ontwerpen, ieder een deel en dat samenvoegen (31).
    • Laat ze een eigen fantasiedier ontwerpen en daar een dierentuin mee ontwerpen (32). 

 

Relatie en welbevinden

Wat van groot belang is in deze tijd, is aandacht voor relatie en welbevinden. Op Klasse.be is hierover een stuk te vinden. Daarin is opgenomen een vragenlijst van Kees van Overveld.

In je klas is één blik soms genoeg om te weten hoe het gaat met je leerlingen. Van achter je computer is dat minder vanzelfsprekend. Met deze vragenlijst kom je te weten hoe ze zich écht voelen. Klik hier voor het stuk en de vragenlijst. 

 

Bewegen en spelen in tijden van Corona

Kinderen moeten veel bewegen. Als ze te weinig bewegen ontstaan er gemakkelijker irritaties, conflicten, leren kinderen minder goed, enzovoort. Hoe doe je dat in deze tijd. Wim van Gelder (Van Gelder in beweging) schreef daar een praktisch stuk over. Dat kun je hier lezen. 

 

Gezin als groep - hoe doe je dat in deze tijd?

In deze tijd verandert de dynamiek van het gezin. Dat is ook een groep. Hoe je dat op kunt pakken schrijven Steven Pont en Peter de Vries in het stuk Zoek in deze crisis vooral ook de positieve dingen met de kinderen. Dat stuk is hier te lezen.

Een ander interessant artikel is dat van Ingrid van Essen: Van klaslokaal naar keukentafel. Dat kun je hier vinden. 

 

Trauma's

In deze tijd is het belangrijk ook de kinderen online in de gaten te houden. Gaat het goed met ze? Huiselijk geweld neemt toe. Trauma's liggen op de loer. Als je daarover meer wilt weten, verwijs ik naar het werk van Anton Horeweg. Hij stelt zich trouwens ook online beschikbaar als leerkracht in deze crisistijd! Antons' website vind je hier

 

Gratis online consult over jouw groep

Voor  degenen die de cursus 'Grip op je groep' gaan volgen bij Medilex Onderwijs: ik geef een gratis videoconsult over het weer opstarten van de groep na de crisis. Inschrijven kan hier. Na de inschrijving neem ik via de mail contact op om een moment voor het videoconsult af te spreken. 

 

Foto komen uit 'De Jongenscode - Zó geef je les aan jongens'.

Engelen, R.V. van (2011). Bouwen aan je groep. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

Engelen, R.V. van (2014). Grip op de groep. Derde druk. Amersfoort: ThiemeMeulenhoff.

Bijleveld, B. (2019). Gouden weken 2.0.  Eduforce

Overveld, K. van (2017). SEL - Sociaal-emotioneel leren als basis.  Uitgeverij PICA

Engelen, R.V. van (2019). De jongenscode - Zó geef je les aan jongens.'  Uitgeverij PICA

Sherif, M. & C.W. Sherif (1969). Social Psychology. New York: Harper & Row.