De foto op deze pagina (uit 'De Jongenscode') heb ik bewust gekozen. De leerling is aan het leren door doen. Voor mij is dat de meest effectieve manier van coachen: na het zichtbaar maken wat er aan de hand is in de pedagogische situatie (van onbewust onvaardig naar bewust onvaardig), de professional de stap laten zetten naar bewust vaardig gedrag. Als je als leerkracht inzicht gaat krijgen wat er voor je neus in je onderwijs gebeurt, kun je bewust de stap maken naar hoe je de situatie kunt veranderen.
Coaching op pedagogisch-didactisch handelen
Mijn coaching richt zich hierbij op de pedagogische en didactische inhoud (het pedagogisch en didactisch handelen van de leerkracht) en minder expliciet op eventueel persoonlijke problemen van de leerkracht. Voor dit laatste is het mogelijk andere experts in te schakelen.
De leerkracht maakt het verschil
Tijdens een coachingstraject in het speciaal onderwijs liet ik de leerkracht zien waar de bewegingsdrang bij de jongens vandaan kwam (hij had 11 jongens en 2 meisjes in zijn groep). Naar aanleiding van dit nieuwe inzicht heeft hij zich er verder in verdiept. Tijdens de observatie een week later merkte ik dat het heel rustig was in de groep en dat de leerkracht anders reageerde op de bewegingsdrang van de jongens. Ik vroeg hem ernaar. Hij vertelde dat hij nu wist waar die bewegingsdrang vandaan kwam en wat de jongens nodig hadden. Ook zei hij: ‘Ik zie nu dat de problemen en de onrust in de groep niet zijn ontstaan door de jongens, maar door mijn verkeerde reactie op hun gedrag.’
Coaching kan ook ingezet worden voor hele teams. Daar heb ik ook ervaring mee. Naast de gezamenlijke momenten en processen in het hele team, zijn er de individuele trajecten per teamlid.
In kaart wordt gebracht:
Daarna wordt er in samenspraak met iedere professional een eigen traject opgesteld en uitgevoerd. Daarbij heeft de een meer behoefte aan begeleiding dan de ander.
Uiteindelijk haken de individuele trajecten weer aan bij het teamtraject.
PAMFLET
Onderwijskansen voor kinderen in en na Coronatijd
Ieder kind ontwikkelt zich. Overal. Altijd.
Ieder kind is nieuwsgierig en wil leren. Overal. Altijd.
We gebruiken de omstandigheden van het afgelopen jaar als kans om te leren.
We laten zien dat mensen veerkrachtig zijn.
We laten zien dat wat wij samen meemaken belangrijk en zinvol is en dat iedereen daar een bijdrage in levert.
Daarom:
1. Roepen wij leraren, schoolleiders, andere onderwijsspecialisten, leerlingen en ouders op om op iedere school een bij de school passend palet aan mogelijkheden aan te bieden die de kansen van kinderen op ontwikkeling en leren vergroten. Ter inspiratie hieronder ons palet.
2. Roepen wij op hierbij oog te hebben te hebben voor zowel kennis, vaardigheden, socialisatie als persoonsontwikkeling.
3. Roepen wij het kabinet, politici en bestuurders op om het onderwijs rust en ruimte te geven hiervoor, zowel figuurlijk als fysiek, en vertrouwen te geven.
4. Roepen wij op het 10 punten plan van o.a. Unicef Nederland, Nederlands Jeugd Instituut en Jantje Beton uit te voeren.
Ons palet. Ter inspiratie. Vrij te gebruiken.
- BONUSJAAR - Biedt kinderen die dat kunnen gebruiken een bonusjaar. Een extra jaar dat de kansen van het kind vergroot op een goede ontwikkeling. Het kind blijft dus niet zitten, het heeft een fundament gelegd om op dóór te bouwen!
- SNELLE GROEIERS – Leer van de kinderen die zich tijdens het thuisonderwijs sneller zijn gaan ontwikkelen. Bied hen de mogelijkheid om een aantal momenten in de week in een eigen tempo door de stof heen te gaan.
- LEREN DOE JE OVERAL - Een van de grote vraagstukken is het tekort aan onderwijspersoneel . Om dat op te lossen is veel meer nodig en zullen we out of the box moeten durven denken. Wat heeft dit kind nodig en waar kunnen we dat bieden? Dat gaat voorbij de muren van het schoolgebouw. Een leerling leren op school, maar ook op een hele andere plek. De bieb in de school, de moestuin, het museum en de voorleesexpress thuis. Waar haal ik welk deel van mijn leerervaring vandaan?
- GEEN ACHTERSTAND – Laten we aansluiten bij waar ieder kind nu is: cognitief, sociaal en qua persoonsontwikkeling. Laten we vanuit dat punt vertrekken en niet zaken overdoen maar verbreden en verdiepen. Niet praten over achterstanden. Spreek, denk en handel in kansen op ontwikkeling en leren.
- SOCIAAL - No significant learning occurs without a significant relationship (James Comer). Laten we dan ook ruimte maken in ons onderwijs de komende jaren voor het sociale aspect: relatie, verbinding, positieve groepsvorming. Het is de basis van ons mens-zijn. Laten wij de driehoeksrelatie kind-ouder-leerkracht (nog) verder versterken..
- KENNIS VAN ANDEREN - We vragen verenigingen, jeugdzorg, centra voor de kunsten, ondernemers, enz. bij te dragen aan specifieke ontwikkelingsvragen van de kinderen. De communicatie die hiervoor nodig is kan lokaal georganiseerd worden, maar er kunnen ook digitale tools ontwikkeld worden die landelijk ingezet kunnen worden hiervoor.
- MEER RUIMTE – Om in kleinere groepjes te kunnen werken, veiliger te kunnen werken, meer aandacht te kunnen geven, is meer fysieke ruimte nodig. Laat overheden meer ruimtes beschikbaar stellen voor het onderwijs. Denk aan leegstaande kantoorgebouwen, het gebruik maken van theaters en van buitenruimte
- SPEL – Laten we niet vergeten dat spel van groot belang is voor de ontwikkeling. Juist in de komende tijd moet hier voldoende tijd en ruimte voor blijven of komen. Spel is de hoogste vorm van wetenschappelijk onderzoek Albert Einstein.
- CREATIEVE ONTWIKKELING – Belangrijk voor alles is dat kinderen creatief zijn. Zo kunnen ze sneller verschillende oplossingsrichtingen zien, weten ze problemen beter op te lossen en neemt hun creërend vermogen toe. Ruimte houden of maken voor de creatieve ontwikkeling is in de komende tijd van groot belang.
- BEWEEG! – Het is inmiddels ruim aangetoond dat bewegen belangrijk is. Niet alleen voor de fysieke ontwikkeling van kinderen, maar ook voor het leren en de sociale ontwikkeling van kinderen. Plan dit dan ook bewust in. Meer bewegen in de klas, op het plein, in de gymzaal, in het park. Op www.allesinbeweging.net vind je hierover meer.
- VAKMANSCHAP – Leraren maken tijdens het onderwijs veel keuzes: welk kind heeft wat nodig? Hoe reageer ik op deze leerling? Enzovoort. Hoe professioneler de leraar, hoe professioneler de keuzes. Dit vakmanschap moet kunnen gedijen en groeien.
- OUDERS – Er zijn ouders die zich in de afgelopen periode hebben ontpopt als prima begeleiders van de leerlingen en dit best op school ook zouden willen doen een aantal uren per week. Maak hier gebruik van. Uiteraard blijft de leraar ‘eigenaar van zijn vak’, maar deze ouders kunnen een waardevolle toevoeging zijn. Uitbreiding van fysieke ruimte voor scholen is hierbij echt nodig.
- ZOMERSCHOOL – Voor kinderen die gebaat zijn bij een zomerschool, zou je dit kunnen aanbieden. Zet hierbij mensen in die hier in deze periode tijd voor vrij willen en kunnen maken. Denk hierbij aan studenten, mensen van onderwijsdiensten en collega’s die met pensioen zijn. Leerlingen die van een zomerschool gebruik maken zijn vaak gebaat bij expliciete aandacht voor de basisvaardigheden taal en rekenen, leerplezier, samenwerking en talentontwikkeling.
- ICT – Als de afgelopen tijd iets heeft opgeleverd is dat informatie- en communicatietechnologie veel kan betekenen. Het geleerde kunnen we zeker behouden en blijven benutten. Zeker in de bovenbouw van het primair onderwijs en het voortgezet onderwijs levert ICT grote kansen die we moeten benutten. Laat kinderen samenwerken via ICT, onderzoeksopdrachten uitvoeren, instructies op maat bekijken op het moment dat ze deze nodig hebben, leren hoe ze de betrouwbaarheid van bronnen kunnen toetsen, enzovoort. Dit vraagt om voldoende hardware, fysieke ruimte om hiermee te kunnen werken en tijd van (gespecialiseerde) leerkrachten om dit uit te werken en te organiseren.
- MAATWERK - Er zijn leerlingen die heel efficiënt konden leren en het heerlijk vonden niet de dagelijkse orde- en sociale onrust mee te maken. Aan de andere kant zijn er ook leerlingen die het sociale aspect enorm hebben gemist en niet tot het leren van hun schoolwerk kwamen. En alle varianten hier tussenin. Nooit is maatwerk zo noodzakelijk geweest als nu.
- RUST VOOR DE LERAAR – Leraren kunnen hun werk goed dan als ze naast goed toegerust ook goed uitgerust zijn. Steeds doorwerken en geen tijd om na te denken en uit te rusten zijn funest en niet in het belang van goed onderwijs. In de komende periode moeten we dan ook zorgen dat leraren ook voldoende momenten van rust en ruimte krijgen.
Namens de opstellers van het Pamflet:
Femke Woltring- Schinning, Manager Jeugdgezondheidszorg GGD, coach en trainer
René van Engelen, schoolleider primair onderwijs en auteur van o.a. ‘Grip op de groep’ en ‘De Jongenscode’
Joke Middelbeek, bestuurder van Stichting Westelijke Tuinsteden Amsterdam
Voor contact:
Femke Woltring-Schinning René van Engelen
fwoltring@gmail.com r.engelen9@chello.nl
06-28486283 06-57946041